Anne of the Green Gables
Blijf op de hoogte en volg Jannie en Arie
13 Juni 2015 | Verenigde Staten, Cymbria
Half bewolkt, harde wind, ca 22°
Mic mak, Lennox island.
We rijden vandaag een stukje van de toeristische route rond Prins Edward Island. We rijden richting Noordwesten. Alles is hier aardappelen. Ze zijn er laat mee, er wordt nu volop gepoot en na gemiddeld 100 dagen wordt er geoogst. Heel veel wegen eindigen in een onverharde weg. Omdat de grond hier zoiets is als in Zeeland, vette klei, is dat vanochtend een modderpoel want het heeft flink geregend afgelopen nacht. Het is nog hartstikke stil wNt het toeristen seizoen begint pas eind volgende week. Zelfs een aantal provinciale campings zijn nog niet open. We rijden via een groot aantal kleine dorpjes naar Lennox eiland. Er leven daar ruim 50 native families. Er is een weg met brug naar het eiland. We kijken er een poosje rond, lunchen en kijken in de lokale souvernir winkel. Die wordt gerund door een blanke Canadese. We lopen een stukje in Alderton en kijken in Northport, een grote vissershaven. We willen naar het Jacq Cartier provinciaal park camping maar die is nog niet open. We eindigen in Woodstock op de Mill river Provincial park campground. Een erg grote camping, iets van 100 plaatsen, allemaal meer dan 500 m2 en we zijn er.....helemaal alleen! Hoewel, we hebben gezelschap van miljoenen muggen, dat wel. Het is intussen lekker weer geworden, de wind is weg en de zon schijnt maar buiten zitten is er niet bij. We eten vandaag verse zwaardvis, wortelen en verse peultjes. De supermarkten hier zijn top, net als in Quebec en bijna zoals in Frankrijk. Mooi dat die Franse invloed hier gebleven is. Morgen verder.
Donderdag 11 juni. Half bewolkt, in de ochtend regen, ca 22°
We komen vandaag eerst langs de plaats waar Jacq Cartier in 1534 voet aan land zette. Dat was echt een groot ontdekkingsreiziger die veel heeft betekend voor Frankrijk. Nadat hij Nova Scotia, hij noemde het Acadie, in kaart had gebracht en hier landde reisde hij verder naar oa de grote meren en kwam met informatie terug naar Frankrijk die er voor zorgde dat de Fransen hier kolonien bouwden. We rijden verder naar de noordelijkste punt van Prince Edward Island en ze noemen het toepasselijk North Cape. Er staat een vuurtoren. Omdat het land hier nogal afkalft is de vuurtoren al een paar keer verplaatst. Men zegt dat dit proces sneller gaat omdat er minder zeeijs is in de winter ivm het opwarmen van de aarde. IJs dempt de golven en vermindert daardoor het afkalvingsproces. Als we stoppen bij de North Cape worden we vrijwel direct gefotografeerd. Even later lopen we het infocentrum in en de fotograaf blijkt een Duitser te zijn die hier rondreist met een huurauto, je komt ze overal tegen. De zee hier is rijk aan vis, een zandbank vlak voor de kust zit dan ook vol met meeuwen en aalsgolvers en in een bepaalde tijd zijn hier ook zeehonden. Nu zien we tienlallen vissersschepen een stukje uit de kust bezig met kraaft vissen. Ze leggen korven op de zeebodem en daar kruipen ze in. De vissers zijn de hele dag bezig de korven op te halen en weer terug te zetten. We rijden verder aan de westkant van het eiland naar het zuiden. Grote stukken langs de kust heeft veel weg van de krijtrotsen in Noord Frankrijk en Engeland. Alleen ziet het hier roodbruin inplaats van helder wit. Wat verder langs de kust zou men regelmatig een spookschip zien dat brandend op zee vaart. We letten goed op maar vandaag is het er niet. We komen door O Leary. Daar is een aardappelmuseum, we besluiten dat we wel zonder kunnen en gaan er aan voorbij. Een stukje verder eindigen we voor vandaag op een camping. We reden net langs een glazen huis, helemaal gemaakt van lege flessen. Dat gaan we morgenochtend bekijken
Vrijdag 12 juni. Harrington family campground. Zonnig en een drupje regen. Ca 21°
Edouard Arsenault had ergens in de jaren70 een idee, een droom misschien. Hij wilde een huis bouwen van lege flessen. Edouard was geboren in 1914, was in militaire dienst tijdens de tweede wereldoorlog. Hij was visser en buiten het visseizoen timmerman, oa op de lokale scheepswerf. Hij was ook een aantal jaren vuurtorenwachter. Een bijbaantje. Hij was de laatste vuurtorenwachter van de vuurtoren van Cap Egmont. Tegen 1980 werd hier nog alle glas weggegooid, alleen cola en bierflessen werden hergebruikt. Hij pakte eenmaal per week zijn truck en ging langs de lokale danshal, het cafe en het lokale restaurant langs om flessen op te halen. En naar de vuilnisbelt natuurlijk want daar lag het meest. Toen mensen hoorden waarvoor hij flessen spaarde werden die hem gebracht en er kwam zo een eerste lokale kringloop op gang. Hij was een aantal jaren bezig en in 1982 was zijn eerste gebouw klaar. Er waren ruim 12000 flessen in verwerkt. Daarna bouwde hij nog een kapel van ca 10000 flessen. Het is maar een hele kleine gemeenschap hier en toch verzamelde hij zo ontzettend veel flessen. De mare gaat, het is vast een sterk verhaal zoals van dat brandende spookschip maar toch, dat het halve dorp de winter door dronken was om hem maar voldoende flessen aan te leveren.
-
14 Juni 2015 - 10:02
Gerda:
En? Jullie ook aan de drank? Alhoewel,,,, dat waren jullie al. Lief he? Ik heb nog geen foto, s bekeken, , wacht wel tot na,, dat glazen huis. Hebben jullie nog geen heimwee naar die fijne Hollandse zomer? Zeg, is daar de zomer zo laat begonnen? Allemaal lege campings of zitten jullie zo hoog ? Heel korte zomer dus. Liefs uit berkhout,,.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley